“Wij hebben nu eenmaal bloed dat kan bruisen en koken”
De wielrenners Pieter Weening en Lieuwe Westra hebben bij de UCI een officieel verzoek ingediend om in alle lopende en toekomstige onderzoeken naar bloeddoping een uitzonderingspositie te verkrijgen. Volgens beide professioneel hardfietsers kunnen zij onmogelijk worden gelijkgesteld met alle andere huidige en voormalige wielrenners. “Wij hebben nu eenmaal bloed dat kan bruisen en koken. Daar hebben wij geen bloedmachine voor nodig”, zo schrijven beiden in hun verzoekschrift. Om dat aan te tonen hebben ze de tekst van het Fries volkslied als bijlage meegestuurd.
Eerder al had de KNWU Weening en Westra geattendeerd op hun mogelijkheid tot een status aparte. Ook de commissie Sorgdrager maakt in haar rapport gewag van de bijzondere bloedsituatie van beiden. “Het is ook opvallend dat beiden nog nooit zijn betrapt of zelfs serieus verdachte zijn geweest in de lopende bloeddopingzaken”, staat in het rapport. “Het kan niet anders of er is een verband met de etnische achtergrond van Weening en Westra, zoals ook de Masaï over bijzondere eigenschappen beschikken.
De KNWU heeft besloten beide renners bij te staan in hun verzoek. Of dat ook geldt als Maarten Tjallingii en Bauke Mollema een verzoek indienen, is nog niet bekend. “Daar kunnen we niet op vooruitlopen, we weten ook niet exact hoeveel procent Fries bloed zij dragen”, aldus een woordvoerder.